IER 2007, 99
HvJ EG, 20-09-2007, nr. C-371/06
HvJ EG 20-09-2007, ECLI:EU:C:2007:542, m.nt. R.A.M. Quanjel-Schreurs
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
20 september 2007
- Magistraten
Mrs. P. Kuris, K. Schiemann en L. Bay Larsen; advocaat-generaal: D. Ruiz-Jarabo Colomer
- Zaaknummer
C-371/06
- Noot
R.A.M. Quanjel-Schreurs
- LJN
BG0187
- JCDI
JCDI:ADS875810:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:542, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 20‑09‑2007
- Wetingang
EG-Richtlijn nr. 89/104 art. 2; EG-Richtlijn nr. 89/104 art. 3 lid 1; EG-Richtlijn nr. 89/104 art. 3 lid 3; BMW art. 1 lid 2
Samenvatting
Het Hof te Amsterdam heeft in de nationale procedure de in cassatie niet bestreden maatstaf tot uitgangspunt genomen dat de uitsluiting van art. 3 lid 1 sub e derde streepje Richtlijn 89/104/EEG, alleen dan van toepassing is wanneer de esthetische aantrekkelijkheid in belangrijke mate de marktwaarde van de waar bepaalt. Dat roept onder meer de vraag op of de uitsluiting toepassing mist indien, voorafgaand aan de aanvrage om inschrijving, voor het publiek de aantrekkingskracht van de desbetreffende vorm in overwegende mate is terug te voeren op de wervingskracht die samenhangt met de bekendheid van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.