NJ 2007, 636
HvJ EG, 13-09-2007, nr. C-439/05 P, nr. C-454/05 P
HvJ EG 13-09-2007, ECLI:EU:C:2007:510, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
13 september 2007
- Magistraten
A. Rosas, J. Klučka, J. N. Cunha Rodrigues, U. Lõhmus, A. Ó Caoimh
- Zaaknummer
C-439/05 P
C-454/05 P
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- Noot
M.R. Mok
- LJN
BB8464
- JCDI
JCDI:ADS26810:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:510, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13‑09‑2007
- Wetingang
EG-Verdrag art. 95 lid 4-6; Richtlijn 2001/18/EG; Beschikking 2003/653/EG
Essentie
Hogere voorzieningen, ingesteld op 7 en 16 december 2005.
Doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in milieu. Nationale bepalingen die afwijken van harmonisatiemaatregel en worden gerechtvaardigd door nieuwe wetenschappelijke gegevens en specifiek probleem in lidstaat. Beginsel van hoor en wederhoor.
Samenvatting
Het Gerecht heeft geen onjuiste uitlegging gegeven aan het in artikel 95, lid 5, EG bedoelde begrip ‘specifiek’, aangezien het niet heeft gesteld dat slechts aan de voorwaarden van die bepaling was voldaan indien was aangetoond dat er een ‘uniek’ probleem bestond, welk begrip restrictiever is dan het begrip ‘specifiek’ probleem.
De voorwaarden van artikel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.