AB 2007, 228
HvJ EG, 07-06-2007, nr. C-222/05, nr. C-223/05, nr. C-224/05, nr. C-225/05: Van der Weerd e.a./Nederland
HvJ EG 07-06-2007, ECLI:EU:C:2007:318, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (Van der Weerd e.a./Nederland)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
7 juni 2007
- Magistraten
K. Lenaerts, E. Juhász, R. Silva de Lapuerta, J. Malenovský, T. von Danwitz
- Zaaknummer
C-222/05
C-223/05
C-224/05
C-225/05
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
BA9090
- Roepnaam
Van der Weerd e.a./Nederland
- JCDI
JCDI:ADS859611:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:318, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 07‑06‑2007
- Wetingang
Awb art. 8:69; Richtlijn 85/511/EEG tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer artikel 11 lid 1 en 13 lid 1
Essentie
Geen verplichting tot ambtshalve toetsing aan het EG-recht.
Samenvatting
Wat het gelijkwaardigheidsbeginsel betreft, volgt uit de verwijzingsbeslissing dat het CBB bevoegd is om ambtshalve te toetsen aan regels van openbare orde, waaronder naar Nederlands recht worden begrepen voorschriften betreffende bevoegdheden van bestuursorganen, de bevoegdheid van de rechter zelf alsmede bepalingen op het gebied van ontvankelijkheid. De betrokken bepalingen van richtlijn 85/511 hebben binnen de communautaire rechtsorde echter geen vergelijkbare plaats. Zij bepalen niet onder welke voorwaarden procedures ter bestrijding van mond- en klauwzeer kunnen worden ingesteld en evenmin welke autoriteiten in het kader daarvan bevoegd zijn om de omvang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.