NJ 2007, 19
Verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) bij beslissingen van 7 juli 2004.
HvJ EG 19-09-2006, ECLI:EU:C:2006:586, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
19 september 2006
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, J. Malenovský, S. von Bahr, J.N. Cunha Rodrigues, R. Silva de Lapuerta, K. Lenaerts, E. Juhász, G. Arestis, A. Borg Barthet, M. Ilešič;
- Zaaknummer
C-392/04
C-422/04
- Conclusie
A-G Ruiz-Jarabo Colomer
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AZ0873
- JCDI
JCDI:ADS158782:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:586, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 19‑09‑2006
- Wetingang
EG-verdrag art. 10; EG-Richtlijn nr. 97/13
Essentie
Verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) bij beslissingen van 7 juli 2004.
Telecommunicatiediensten. Vergoedingen en heffingen voor individuele vergunningen. Artikel 10 EG. Voorrang van gemeenschapsrecht. Rechtszekerheid. Definitief geworden beschikking van bestuursorgaan.
Samenvatting
Artikel 11, lid 1, van richtlijn 97/13/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor algemene machtigingen en individuele vergunningen op het gebied van telecommunicatiediensten, staat eraan in de weg dat voor individuele vergunningen een vergoeding wordt geheven bij de berekening waarvan wordt uitgegaan van de algemene beheerkosten van de reguleringsautoriteit die verband houden met de afgifte van deze vergunningen over een periode van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.