NJ 2006, 618
Vrijheid van vestiging. Vennootschapsbelasting. Recht voor moedermaatschappij op aftrek van kosten die betrekking hebben op haar deelnemingen. Niet-aftrekbaarheid van financieringskosten die in economisch verband staan met belastingvrije dividenden. Dividenden uitgekeerd door indirecte dochteronderneming gevestigd in andere lidstaat dan die van zetel van moedermaatschappij.
HvJ EG 23-02-2006, ECLI:EU:C:2006:143
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 februari 2006
- Magistraten
P. Jann, N. Colneric, K. Lenaerts, E. Juhász, E. Levits;
- Zaaknummer
C-471/04
- Conclusie
A-G Poiares Maduro
- LJN
AV5212
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:143, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑02‑2006
- Wetingang
EG-Verdrag art. 43
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) bij beslissing van 14 juli 2004.
Vrijheid van vestiging. Vennootschapsbelasting. Recht voor moedermaatschappij op aftrek van kosten die betrekking hebben op haar deelnemingen. Niet-aftrekbaarheid van financieringskosten die in economisch verband staan met belastingvrije dividenden. Dividenden uitgekeerd door indirecte dochteronderneming gevestigd in andere lidstaat dan die van zetel van moedermaatschappij.
Samenvatting
Artikel 43 EG dient aldus te worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat volgens welke financieringskosten die door een in deze staat onbeperkt belastingplichtige moedermaatschappij worden gemaakt voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.