NJ 2006, 404
Discriminatieverbod. Burgerschap van Unie. Inkomstenbelasting. Mogelijkheid om alimentatie die in Duitsland wonende belastingplichtige aan zijn in Oostenrijk wonende voormalige echtgenote heeft betaald, af te trekken van belastbaar inkomen. Bewijs van belasting van alimentatie in deze lidstaat.
HvJ EG 12-07-2005, ECLI:EU:C:2005:446
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
12 juli 2005
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, C. Gulmann, J.-P. Puissochet, A. La Pergola, R. Schintgen, N. Colneric, J. Klučka, U. Lõhmus, E. Levits, A.Ó Caoimh
- Zaaknummer
C-403/03
- Conclusie
A-G L.A. Geelhoed
- LJN
AV0991
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:446, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 12‑07‑2005
ECLI:EU:C:2005:62, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑01‑2005
- Wetingang
Essentie
Discriminatieverbod. Burgerschap van Unie. Inkomstenbelasting. Mogelijkheid om alimentatie die in Duitsland wonende belastingplichtige aan zijn in Oostenrijk wonende voormalige echtgenote heeft betaald, af te trekken van belastbaar inkomen. Bewijs van belasting van alimentatie in deze lidstaat.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) bij beslissing van 22 juli 2003.
Samenvatting
De artikelen 12, eerste alinea, EG en 18, lid 1, EG moeten aldus worden uitgelegd dat ze zich niet ertegen verzetten dat een in Duitsland wonende belastingplichtige volgens een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding van toepassing is, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.