NJ 2006, 500
Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Art. 34 EU en 35 EU. Kaderbesluit 2001/220/JAI. Status van slachtoffers in strafprocedures. Bescherming van kwetsbare personen. Horen van minderjarigen als getuige. Gevolgen van kaderbesluit.
HvJ EG 16-06-2005, ECLI:EU:C:2005:386, m.nt. M.J. Borgers (Pupino)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
16 juni 2005
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, R. Silva de Lapuerta, A. Borg Barthet, N. Colneric, S. von Bahr, J.N. Cunha Rodrigues, P. Kũris, E. Juhász, G. Arestis, M. Ilešic
- Zaaknummer
C-105/03
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
AU2335
- Roepnaam
Pupino
- JCDI
JCDI:ADS115607:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:386, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16‑06‑2005
- Wetingang
Essentie
Zaak C-105/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 35 EU, ingediend door de rechter belast met het gerechtelijk vooronderzoek bij het Tribunale di Firenze (Italië) bij beschikking van februari van 2003.
Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. Art. 34 EU en 35 EU. Kaderbesluit 2001/220/JAI. Status van slachtoffers in strafprocedures. Bescherming van kwetsbare personen. Horen van minderjarigen als getuige. Gevolgen van kaderbesluit.
Samenvatting
De art. 2, 3 en 8 lid 4 van kaderbesluit 2001/220/JAI van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure, moeten aldus worden uitgelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.