AB 2005, 66
Begin en einde aanvraagtermijn; ontvangsttheorie; consequenties te late indiening niet onevenredig.
HvJ EG 11-11-2004, ECLI:EU:C:2004:714, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 november 2004
- Magistraten
Jann, Rosas, Silva de Lapuerta
- Zaaknummer
C-171/03
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
AS8926
- JCDI
JCDI:ADS866157:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
EU-recht (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2004:714, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑11‑2004
- Wetingang
Awb art. 6:9; verordening nr. 1182/71 art. 1; verordening nr. 1182/71 art. 3 lid 1; verordening nr. 1182/71 art. 3 lid 2; verordening (EEG) nr. 805/68 zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2222/96 art. 4i; verordening nr. 3886/92 art. 50 lid 1; verordening nr. 3886/92 art. 50bis; verordening nr. 3886/92 art. 52; verordening kalverslachtpremie art. 2; verordening kalverslachtpremie art. 3
Essentie
Begin en einde aanvraagtermijn; ontvangsttheorie; consequenties te late indiening niet onevenredig.
Samenvatting
Art. 3 lid 2 sub c verordening nr. 1182/71 moet aldus worden uitgelegd dat een in weken omschreven termijn, zoals de termijn bedoeld in art. 50bis verordening nr. 3886/92, betreffende de uitvoering van een premieregeling inzake het slachten van kalveren, afloopt bij het einde van het laatste uur van de dag die, in de laatste week, dezelfde naam heeft als de dag waarop de slacht heeft plaatsgevonden.
Het staat een lidstaat bij de toepassing van art. 50bis van verordening nr. 3886/92 niet vrij, het tijdstip waarop een premieaanvraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.