IER 2005, 5
Noch de verkrijging noch de controle op de presentatie van de inhoud van een kalender voor paardenrennen getuigt van een substantiële investering die bescherming geniet tegen gebruik van gegevens door derden.
HvJ EG 09-11-2004, ECLI:EU:C:2004:695, m.nt. F.W. Grosheide (British Horseracing Board/William Hill)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
9 november 2004
- Magistraten
Mrs. V. Skouris, president, P. Jann, C. W. A. Timmermans, A. Rosas en K. Lenaerts (rapporteur), kamerpresidenten, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, N. Colneric, en J. N. Cunha Rodrigues, rechters
- Zaaknummer
C-203/02
- Noot
F.W. Grosheide
- LJN
AS8618
- Roepnaam
British Horseracing Board/William Hill
- JCDI
JCDI:ADS875735:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2004:695, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 09‑11‑2004
- Wetingang
Databankenrichtlijn art. 7
Essentie
Noch de verkrijging noch de controle op de presentatie van de inhoud van een kalender voor paardenrennen getuigt van een substantiële investering die bescherming geniet tegen gebruik van gegevens door derden.
Samenvatting
Het begrip investering in de verkrijging van de inhoud van een databank in de zin van art. 7 lid 1 van Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken moet aldus worden opgevat dat het duidt op de middelen die worden aangewend om bestaande elementen te verkrijgen en in deze databank te verzamelen. Het omvat niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.