NJ 2007, 152
EEX-Verdrag. Procedure in andere verdragsluitende staat ingesteld door verweerder in reeds elders in een verdragsluitende staat aanhangige procedure. Verweerder die te kwader trouw handelt om reeds aanhangig procedure te belemmeren. Verenigbaarheid met EEX-Verdrag van rechterlijk bevel waardoor verweerder procedure in andere verdragsluitende staat niet kan voortzetten (‘anti-suit injunction’)
HvJ EG 27-04-2004, ECLI:EU:C:2004:228, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
27 april 2004
- Magistraten
Mrs. V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, C. Gulmann, J.N. Cunha Rodrigues, A. Rosas, A. LaPergola, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, N. Colneric, S. von Bahr
- Zaaknummer
C-159/02
- Conclusie
A-G D. Ruiz-Jarabo Colomer
- Noot
P. Vlas
- LJN
AP4711
- JCDI
JCDI:ADS115668:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2004:228, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑04‑2004
- Wetingang
EEX-verdrag
Essentie
EEX-Verdrag. Procedure in andere verdragsluitende staat ingesteld door verweerder in reeds elders in een verdragsluitende staat aanhangige procedure. Verweerder die te kwader trouw handelt om reeds aanhangig procedure te belemmeren. Zie ook NTER 2004, 8 en 9, p. 228 (J.J. van Haersolte - van Hof); red. Verenigbaarheid met EEX-Verdrag van rechterlijk bevel waardoor verweerder procedure in andere verdragsluitende staat niet kan voortzetten (‘anti-suit injunction’).
Samenvatting
Het EEX-Verdrag (zoals gewijzigd) moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een gerecht van een verdragsluitende staat een partij in een bij hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.