NJ 2006, 322
Art. 5 sub 3 EEX-Verdrag. Bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad. Plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Collectieve actie uitgeroepen door vakbond in de ene verdragsluitende staat tegen een reder van in een andere verdragsluitende staat geregistreerd schip. Vordering tot vaststelling rechtmatigheid collectieve actie. Vordering tot schadevergoeding. Rechtsmacht rechter vlagstaat.
HvJ EG 05-02-2004, ECLI:EU:C:2004:74, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
5 februari 2004
- Magistraten
Mrs. V. Skouris, J.N. Cunha Rodrigues, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, F. Macken
- Zaaknummer
C-18/02
- Conclusie
A-G F.G. Jacobs
- Noot
P. Vlas
- LJN
AX9650
- JCDI
JCDI:ADS115671:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2004:74, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 05‑02‑2004
ECLI:EU:C:2003:482, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18‑09‑2003
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5 sub 3
Essentie
Art. 5 sub 3 EEX-Verdrag. Bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad. Plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. Collectieve actie uitgeroepen door vakbond in de ene verdragsluitende staat tegen een reder van in een andere verdragsluitende staat geregistreerd schip. Vordering tot vaststelling rechtmatigheid collectieve actie. Vordering tot schadevergoeding. Rechtsmacht rechter vlagstaat.
Samenvatting
1.(a)
Art. 5 sub 3 EEX-Verdrag (zoals nadien aangepast) moet aldus worden uitgelegd dat het begrip ‘verbintenissen uit onrechtmatige daad’ zich mede uitstrekt tot een vordering in rechte met betrekking tot de rechtmatigheid van een collectieve actie, die overeenkomstig het recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.