AB 2003, 429
Staatsaansprakelijkheid voor schendingen van EG-recht door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie; het nationale recht wijst de bevoegde rechter aan.
HvJ EG 30-09-2003, ECLI:EU:C:2003:513, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (Köbler/Oostenrijk)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
30 september 2003
- Magistraten
Rodriguez Iglesias, Puissochet, Wathelet, Schintgen, Timmermans, Gulmann, Edward, la Pergola, Jann, Skouris, Macken, Colneric, von Bahr, Cunha Rodrigues, Rosas
- Zaaknummer
C-224/01
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
AL7250
- Roepnaam
Köbler/Oostenrijk
- JCDI
JCDI:ADS866204:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:513, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 30‑09‑2003
- Wetingang
EG-Verdrag art. 39; EG-Verdrag art. 48 (oud); EG-Verdrag art. 243; EG-Verdrag art. 2882e alinea; EVRM art. 41; EG-Verordening nr. 1612/68 art. 7 lid 1
Essentie
Staatsaansprakelijkheid voor schendingen van EG-recht door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie; het nationale recht wijst de bevoegde rechter aan.
Samenvatting
Het beginsel dat een lidstaat verplicht is de schade te vergoeden die particulieren lijden als gevolg van een schending van gemeenschapsrecht die aan hem kan worden toegerekend, is eveneens van toepassing indien de betrokken schending voortvloeit uit een beslissing van een in laatste instantie rechtsprekende rechterlijke instantie, voorzover de geschonden communautaire rechtsregel ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen, de schending voldoende gekwalificeerd is en er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen deze schending en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.