NJ 2004, 437
Mededingingsrecht. Mededingingsverstorende nationale wetgeving. Bevoegdheid van nationale mededingingsautoriteit om een dergelijke wetgeving niet-toepasselijk te verklaren. Voorwaarden voor niet-toerekenbaarheid van mededigingsverstorende gedraging aan ondernemingen.
HvJ EG 09-09-2003, ECLI:EU:C:2003:430, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
9 september 2003
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Puissochet, Wathelet, Timmermans, Gulmann, Edward, La Pergola, Jann, Skouris, Von Bahr, Cunha Rodrigues
- Zaaknummer
C-198/01
- Conclusie
A-G F.G. Jacobs
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AN7502
- JCDI
JCDI:ADS115691:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Mededingingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:430, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 09‑09‑2003
- Wetingang
EG-Verdrag art. 81
Essentie
Mededingingsrecht. Mededingingsverstorende nationale wetgeving. Bevoegdheid van nationale mededingingsautoriteit om een dergelijke wetgeving niet-toepasselijk te verklaren. Voorwaarden voor niet-toerekenbaarheid van mededigingsverstorende gedraging aan ondernemingen.
Samenvatting
In geval van gedragingen van ondernemingen die in strijd zijn met artikel 81, lid 1, EG en die zijn opgelegd of worden bevorderd door een nationale wetgeving die de gevolgen daarvan wettigt of versterkt, in het bijzonder wat de vaststelling van de prijzen en de verdeling van de markt betreft, geldt voor een nationale mededingingsautoriteit die met name tot taak heeft toe te zien op de inachtneming van artikel 81 EG, dat zij: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.