NJ 2004, 209
Hogere voorziening. Besluit van Commissie waarbij twee onder verschillende rechtsorden vallende vorderingen worden verrekend. Verrekening in strijd met voor een van betrokken vorderingen geldende nationale rechtsregels. Onwettigheid.
HvJ EG 10-07-2003, ECLI:EU:C:2003:398
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 juli 2003
- Magistraten
G.C. Rodríguez Iglesias, M. Wathelet, R. Schintgen, C. Gulmann, A. La Pergola, P. Jann, V. Skouris, N. Colneric, S. von Bahr, J.N. Cunha Rodrigeus, A. Rosas
- Zaaknummer
C-87/01P
- Conclusie
A-G P. Léger
- LJN
AH9813
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:398, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑07‑2003
- Wetingang
EG-Verdrag art. 205
Essentie
Hogere voorziening. Besluit van Commissie waarbij twee onder verschillende rechtsorden vallende vorderingen worden verrekend. Verrekening in strijd met voor een van betrokken vorderingen geldende nationale rechtsregels. Onwettigheid.
Samenvatting
Het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 14 december 2000, CCRE/Commissie (T-105/99, Jurispr. blz. Ⅱ-4099), houdende toewijzing van het beroep van de vereniging naar Frans recht Conseil des communes et régions d'Europe (hierna: CCRE) tot vernietiging van het besluit van de Commissie, vervat in haar brief van 15 februari 1999, om jegens CCRE tot verrekening van de wederzijdse schuldvorderingen over te gaan, wordt door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.