NJ 2004, 17
Uitlegging van de art. 28 EG en 30 EG. Geneesmiddelen. Intrekking van vergunning voor parallelimport na afstand van vergunning om referentiegeneesmiddel in de handel te brengen.
HvJ EG 08-05-2003, ECLI:EU:C:2003:256
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
8 mei 2003
- Magistraten
J.-P. Puissochet, C. Gulmann, F. Macken, N. Colneric, J.N. Cunha Rodrigues
- Zaaknummer
C-15/01
- Conclusie
A-G F.G. Jacobs
- LJN
AO1433
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:256, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑05‑2003
- Wetingang
Essentie
Uitlegging van de art. 28 EG en 30 EG. Geneesmiddelen. Intrekking van vergunning voor parallelimport na afstand van vergunning om referentiegeneesmiddel in de handel te brengen.
Samenvatting
De art. 28 EG en 30 EG verzetten zich tegen een nationale regeling volgens welke de intrekking, op verzoek van de houder ervan, van een referentie-VHB ipso facto de intrekking van de voor het betrokken geneesmiddel verleende vergunning voor parallelimport teweegbrengt. Deze bepalingen verzetten zich daarentegen niet tegen beperkingen van de parallelimport van het betrokken geneesmiddel, wanneer de handhaving van dat geneesmiddel op de markt van de lidstaat van invoer daadwerkelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.