NJ 2004, 194
Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord. Beginsel ne bis in idem. Toepassingsgebied. Besluiten waarmee openbaar ministerie strafvervolging zonder rechterlijke tussenkomst definitief beëindigd nadat verdachte aan bepaalde voorwaarden heeft voldaan.
HvJ EG 11-02-2003, ECLI:EU:C:2003:87, m.nt. J.M. Reijntjes (Gözütok en Brügge)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 februari 2003
- Magistraten
G.C. Rodríguez Iglesias, J.-P. Puissochet, M. Wathelet, R. Schintgen, C.W.A. Timmermans, C. Gulmann, A. La Pergola, P. Jann, V. Skouris, F. Macken, N. Colneric, S. von Bahr, J.N. Cunha Rodrigues
- Zaaknummer
C-187/01
C-385/01
- Conclusie
A-G Ruiz-Jarabo Colomer
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AF4470
- Roepnaam
Gözütok en Brügge
- JCDI
JCDI:ADS115679:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2003:87, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑02‑2003
- Wetingang
EU-Verdrag art. 35; Overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord
Essentie
Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord. Beginsel ne bis in idem. Toepassingsgebied. Besluiten waarmee openbaar ministerie strafvervolging zonder rechterlijke tussenkomst definitief beëindigd nadat verdachte aan bepaalde voorwaarden heeft voldaan.
Samenvatting
Het beginsel ne bis in idem, verankerd in artikel 54 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990, is mede toepasselijk op procedures tot beëindiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.