IER 2003, 21
HvJ EG, 12-12-2002, nr. C-273/00
HvJ EG 12-12-2002, ECLI:EU:C:2002:748, m.nt. Ch. Gielen
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
12 december 2002
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Wathelet, Schintgen, Timmermans, Gulmann, Edward, la Pergola, Skouris, Macken, Colneric, Cunha Rodrigues
- Zaaknummer
C-273/00
- Noot
Ch. Gielen
- LJN
AM2643
- JCDI
JCDI:ADS875695:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2002:748, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 12‑12‑2002
Samenvatting
Sieckmann
Art. 2 van de Merkenrichtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een teken dat als zodanig niet visueel waarneembaar is, een merk kan vormen, op voorwaarde dat het vatbaar is voor grafische voorstelling, in het bijzonder door middel van figuren, lijnen of lettertekens, en die voorstelling duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is. In geval van een olfactorisch teken voldoet noch een scheikundige formule, noch een beschrijving met woorden, noch het depot van een geurmonster, noch een combinatie daarvan aan de vereisten van grafische voorstelling.
Partij(en)
R. Sieckmann
tegen
Deutsches Patent- und Markenamt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.