NJ 2003, 703
Richtlijn 93/13/EEG. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Door verkoper ingediende vordering. Nationale bepaling die nationale rechter verbiedt om na verstrijken van vervaltermijn ambtshalve of naar aanleiding van door consument opgeworpen exceptie oneerlijk karakter van beding vast te stellen.
HvJ EG 21-11-2002, ECLI:EU:C:2002:705, m.nt. M.R. Mok (Cofidis/Fredout)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
21 november 2002
- Magistraten
M. Wathelet, C.W.A. Timmermans, D.A.O. Edward, A. la Pergola, P. Jann
- Zaaknummer
C-473/00
- Conclusie
A-G A. Tizzano
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AO0256
- Roepnaam
Cofidis/Fredout
- JCDI
JCDI:ADS115835:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2002:705, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 21‑11‑2002
- Wetingang
Richtlijn 93/113/EEG
Essentie
Richtlijn 93/13/EEG. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Door verkoper ingediende vordering. Nationale bepaling die nationale rechter verbiedt om na verstrijken van vervaltermijn ambtshalve of naar aanleiding van door consument opgeworpen exceptie oneerlijk karakter van beding vast te stellen.
Samenvatting
Richtlijn 93/113/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, verzet zich tegen een nationale regelgeving die, in het kader van een vordering die door een verkoper is ingediend tegen een consument en is gebaseerd op een tussen hen gesloten overeenkomst, de nationale rechter na het verstrijken van een vervaltermijn verbiedt, ambtshalve of naar aanleiding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.