NJ 2003, 120
Prejudiciële vragen. Verplichting tot verwijzing. Begrip rechterlijke instantie waarvan beslissingen volgens nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep.
HvJ EG 04-06-2002, ECLI:EU:C:2002:329
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
4 juni 2002
- Magistraten
G.C. Rodríguez Iglesias, P. Jann, F. Macken, N. Colneric, S. von Bahr, C. Gulmann, D.A.O. Edward, A. La Pergola, J.-P. Puissochet, M. Wathelet, V. Skouris, J.N. Cunha Rodrigues, A. Rosas, A. Tizzano
- Zaaknummer
C-99/00
- Conclusie
A-G A Tizzano
- LJN
AF5789
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2002:329, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 04‑06‑2002
- Wetingang
EG-Verdrag art. 234 derde alinea
Essentie
Prejudiciële vragen. Verplichting tot verwijzing. Begrip rechterlijke instantie waarvan beslissingen volgens nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep.
Samenvatting
Voor een nationale rechterlijke instantie geldt niet de verplichting van artikel 234, derde alinea, EG, wanneer van haar beslissingen hoger beroep bij de hoogste rechterlijke instantie kan worden ingesteld onder voorwaarden als die welke op de beslissingen van de verwijzende rechter van toepassing zijn.1
Partij(en)
Kenny Roland Lyckeskog.
Uitspraak
Kenny Roland Lyckeskog.
Arrest
1
Bij beschikking van 10 maart 2000, ingekomen bij het Hof op 16 maart 2000, heeft het Hovrätt för Västra Sverige (gerechtshof voor West-Zweden) krachtens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.