NJ 2002, 10
Gelijke beloning mannelijke en vrouwelijke werknemers. Toepassingsvoorwaarden. Verschil in beloning. Begrippen ‘gelijke arbeid’ en ‘gelijkwaardige arbeid’. Indeling in zelfde functiegroep bij collectieve overeenkomst. Bewijslast. Objectieve rechtvaardiging van ongelijke beloning. Kwaliteit door bepaalde werknemer geleverd werk.
HvJ EG 26-06-2001, ECLI:NL:XX:2001:AD8634
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 juni 2001
- Magistraten
C. Gulmann, V. Skouris, R. Schintgen, F. Macken, J.N. Cunha Rodrigues
- Zaaknummer
C-381/99
- Conclusie
A-G L.A. Geelhoed
- LJN
AD8634
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2001:AD8634, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑06‑2001
- Wetingang
Essentie
Gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers. Toepassingsvoorwaarden. Verschil in beloning. Begrippen ‘gelijke arbeid’ en ‘gelijkwaardige arbeid’. Indeling in zelfde functiegroep bij collectieve overeenkomst. Bewijslast. Objectieve rechtvaardiging van ongelijke beloning. Kwaliteit van door bepaalde werknemer geleverd werk.
Samenvatting
Het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, geformuleerd in artikel 119 EG-Verdrag (de artikelen 117-120 EG-Verdrag zijn vervangen door de artikelen 136 EG-143 EG) en nader uitgewerkt door richtlijn 75/117/EEG van de Raad van 10 februari 1975 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der lidstaten inzake de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.