NJ 2000, 531
Vennootschapsrecht. Tweede richtlijn 77/91/EEG. Naamloze vennootschap in financiële moeilijkheden. Verhoging maatschappelijk kapitaal langs bestuursrechtelijke weg. Misbruik uit gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht.
HvJ EG 23-03-2000, ECLI:EU:C:2000:150
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 maart 2000
- Magistraten
Schintgen, Kapteyn, Hirsch, Ragnemalm, Skouris
- Zaaknummer
C-373/97
- Conclusie
A-G Saggio
- LJN
AD3344
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2000:150, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑03‑2000
- Wetingang
EG-Verdrag art. 58 onder 2 (oud); EG-Verdrag art. 48 onder 2; 2e EG-Richtlijn coördinatie vennootschapsrecht
Essentie
Vennootschapsrecht. Tweede richtlijn 77/91/EEG. Naamloze vennootschap in financiële moeilijkheden. Verhoging van maatschappelijk kapitaal langs bestuursrechtelijke weg. Misbruik van een uit een gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht.
Samenvatting
Het gemeenschapsrecht verzet zich er niet tegen, dat de nationale rechter een nationaalrechtelijke bepaling toepast op grond waarvan hij kan beoordelen, of de wijze van uitoefening van een uit een gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht rechtsmisbruik oplevert.
Een aandeelhouder die zich op art. 25 lid 1 van de Tweede richtlijn (77/91/EEG) van de Raad van 13 dec. 1976 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.