NJ 2000, 550
Begrip nationale rechterlijke instantie in zin 177 EG-Verdrag (thans 234 EG). Ontvankelijkheid. Belasting toegevoegde waarde. Uitlegging 17 Zesde richtlijn Aftrek voorbelasting. Activiteiten voorafgaand aan normale verrichting economische handelingen.
HvJ EG 21-03-2000, ECLI:EU:C:2000:145
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
21 maart 2000
- Magistraten
Rodriguez Iglesias, Moitinho de Almeida, Sevón, Schintgen, Kapteyn, Gulmann, Puissochet, Hirsch, Jann, Ragnemalm, Wathelet
- Zaaknummer
C-110/98
C-111/98
C-112/98
C-113/98
C-114/98
C-115/98
C-116/98
C-117/98
C-118/98
C-119/98
C-120/98
C-121/98
C-122/98
C-123/98
C-124/98
C-125/98
C-126/98
C-127/98
C-128/98-C-147/98
- Conclusie
A‑G Saggio
- LJN
AD3343
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2000:145, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 21‑03‑2000
ECLI:EU:C:1999:489, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 07‑10‑1999
- Wetingang
EG-Verdrag art. 177 (oud); EG-Verdrag art. 234; 6e EG-Richtlijn OB
Essentie
Begrip nationale rechterlijke instantie in de zin van art. 177 EG-Verdrag (thans art. 234 EG). Ontvankelijkheid. Belasting over toegevoegde waarde. Uitlegging van art. 17 van Zesde richtlijn (77/388/EEG). Aftrek van voorbelasting. Activiteiten voorafgaand aan normale verrichting van economische handelingen.
Samenvatting
Voor de beoordeling, of het verwijzende orgaan een rechterlijke instantie in de zin van art. 177 van het verdrag is, hetgeen uitsluitend door het gemeenschapsrecht wordt bepaald, houdt het Hof rekening met een aantal factoren, zoals de wettelijke grondslag van het orgaan, het permanente karakter, de verplichte rechtsmacht, beslissing na een procedure op tegenspraak, toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.