NJ 1999, 766
Vrijheid vestiging / vrijheid kapitaalverkeer / 52 EG-Verdrag (thans, na wijziging, 43 (EG) en 56 EG (ex 73 B) / vergunningsprocedure voor verkrijging onroerende goederen / toetredingsvoorwaarden Oostenrijk / tweede woningen / aansprakelijkheid voor schending gemeenschapsrecht
HvJ EG 01-06-1999, ECLI:EU:C:1999:271
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
1 juni 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Kapteyn, Puissochet, Hirsch, Jann, Mancini, Moitinho de Almeida, Gulmann, Murray, Edward, Ragnemalm, Sevón, Wathelet
- Zaaknummer
C-302/97
- Conclusie
A-G La Pergola
- LJN
AD4386
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:271, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 01‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
Vrijheid van vestiging — Vrijheid van kapitaalverkeer — Artikel 52 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 43 (EG) en artikel 56 EG (ex artikel 73B) — Vergunningsprocedure voor verkrijging van onroerende goederen — Artikel 70 van Akte betreffende toetredingsvoorwaarden van Republiek Oostenrijk — Tweede woningen — aansprakelijkheid voor schending van gemeenschapsrecht.
Samenvatting
Artikel 56 EG (ex artikel 73B) en artikel 70 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond,
—
verzetten zich niet tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.