NJ 2000, 339
Mededinging. Ambtshalve toepassing 81 EG (ex 85) door scheidsgerecht. Bevoegdheid nationale rechter tot vernietiging arbitrale vonnissen.
HvJ EG 01-06-1999, ECLI:EU:C:1999:269
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
1 juni 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Kapteyn, Puissochet, Hirsch, Jann, Mancini, Moitinho de Almeida, Gulmann, Murray, Edward, Ragnemalm, Sevón, Wathelet
- Zaaknummer
C-126/97
- Conclusie
A-G Saggio
- LJN
AB7639
- JCDI
JCDI:ADS115634:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:269, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 01‑06‑1999
- Wetingang
Essentie
Mededinging. Ambtshalve toepassing van art. 81 EG (ex art. 85) door een scheidsgerecht. Bevoegdheid van nationale rechter tot vernietiging van arbitrale vonnissen.
Samenvatting
Een nationale rechter moet een vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis toewijzen wanneer dat vonnis naar zijn oordeel inderdaad in strijd is met art. 81 EG (ex art. 85), indien hij volgens de regels van zijn nationale procesrecht een vordering tot vernietiging op grond van strijd met nationale regels van openbare orde moet toewijzen.
Het gemeenschapsrecht dwingt een nationale rechter niet tot het buiten toepassing laten van regels van nationaal procesrecht, volgens welke een arbitraal tussenvonnis met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.