NJ 2000, 269
Merkenrichtlijn. Benamingen ter aanduiding plaats herkomst.
HvJ EG 04-05-1999, ECLI:EU:C:1999:230, m.nt. D.W.F. Verkade (Merkenrichtlijn,Chiemsee-arrest)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
4 mei 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Kapteyn, Puissochet, Hirsch, Jann, Mancini, Moitinho de Almeida, Gulmann, Edward
- Zaaknummer
C-108/97
C-109/97
- Conclusie
A-G Cosmas
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
AB8776
- Roepnaam
Merkenrichtlijn
Chiemsee-arrest
- JCDI
JCDI:ADS115623:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:230, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 04‑05‑1999
- Wetingang
Richtlijn 89/104/EEG art. 3
Essentie
Richtlijn 89/104/EEG. Merken. Benamingen ter aanduiding van plaats van herkomst.
Samenvatting
Art. 3 lid 1 sub c van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 dec. 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd, dat
—
het niet enkel de inschrijving van die geografische benamingen als merk verbiedt, die plaatsen aanduiden welke in de opvatting van de betrokken kringen thans met de betrokken categorie van waren in verband worden gebracht, maar ook van die geografische benamingen die in de toekomst door de betrokken ondernemingen als aanduiding van de plaats van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.