NJ 1999, 692
Mannelijke en vrouwelijke werknemers / gelijke beloning / gelijke behandeling / vergoeding wegens onrechtmatig ontslag / begrip beloning / recht werknemer bescherming tegen onrechtmatig ontslag / afbakening toepassingsgebied 119 Verdrag ten opzichte van richtlijn 76/207/EEG / juridisch criterium of nationale maatregel indirecte discriminatie (119 Verdrag) oplevert / objectieve rechtvaardiging
HvJ EG 09-02-1999, ECLI:NL:XX:1999:AC0755
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
9 februari 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Kapteyn, Puissochet, Hirsch, Jann, Mancini, Moitinho de Almeida, Gulmann, Murray, Edward, Ragnemalm, Sevón, Wathelet, Schintgen, Ioannou
- Zaaknummer
C-167/97
- Conclusie
A-G Cosmas
- LJN
AC0755
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
EU-recht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1999:AC0755, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 09‑02‑1999
- Wetingang
EG-Verdrag art. 119; EG-Richtlijn nr. 76/207
Essentie
Mannelijke en vrouwelijke werknemers. Gelijke beloning. Gelijke behandeling. Vergoeding wegens onrechtmatig ontslag. Begrip beloning. Recht van werknemer op bescherming ontslag. Afbakening van toepassingsgebied van art. 119 van het Verdrag ten opzichte van richtlijn 76/207/EEG. Juridisch criterium om uit te maken of nationale maatregel indirecte discriminatie in de zin van art. 119 van het Verdrag oplevert. Objectieve rechtvaardiging.
Samenvatting
De ingevolge een rechterlijke beslissing toegekende schadeloosstelling wegens schending van het recht op bescherming tegen onrechtmatig ontslag, vormt beloning in de zin van artikel 119 EG-Verdrag. De voorwaarden op grond waarvan wordt bepaald, of een werknemer in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.