NJ 1999, 240
Overeenkomst tot oprichting van Wereldhandelsorganisatie (WTO) / Hof acht zich bevoegd tot uitlegging van 50 TRIPS / Nederlands kort geding aan te merken als een ‘voorlopige voorziening’ in de zin van 50 TRIPs
HvJ EG 16-06-1998, ECLI:NL:XX:1998:AD2891, m.nt. H.J. Snijders, E.A. Alkema, D.W.F. Verkade (Hermès/FHT)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
16 juni 1998
- Magistraten
G.C. Rodríguez Iglesias, C. Gulmann, H. Ragnemalm, M. Wathelet, G.F. Mancini, J.C. Moitinho de Almeida, P.J.G. Kapteyn, J.L. Murray, D.A.O. Edward, J.-P. Puissochet, G. Hirsch, P. Jann, L. Sevón
- Zaaknummer
C-53/96
- Conclusie
A-G G. Tesauro
- Noot
H.J. Snijders, E.A. Alkema, D.W.F. Verkade
- LJN
AD2891
- Roepnaam
Hermès/FHT
- JCDI
JCDI:ADS115864:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1998:AD2891, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16‑06‑1996
Essentie
Overeenkomst tot oprichting van Wereldhandelsorganisatie (WTO). Het Hof acht zich bevoegd tot uitlegging van artikel 50 TRIPS. Nederlands kort geding aan te merken als een ‘voorlopige voorziening’ in de zin van artikel 50 TRIPs.
Samenvatting
Als ‘voorlopige maatregel’ in de zin van artikel 50 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, als bijlage 1 C gevoegd bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, moet worden aangemerkt een maatregel die een einde beoogt te maken aan vermeende inbreuken op een merkrecht en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.