NJ 1997, 717
5 sub 1 EEX / plaats waar werknemer zijn arbeid gewoonlijk verricht
HvJ EG 09-01-1997, ECLI:NL:XX:1997:AC0718, m.nt. Th.M. de Boer (Rutten)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
9 januari 1997
- Magistraten
Mancini, Murray, Kakouris, Ragnemalm, Schintgen
- Zaaknummer
C-383/95
- Conclusie
A-G Jacobs
- Noot
Th.M. de Boer
- LJN
AC0718
- Roepnaam
Rutten
- JCDI
JCDI:ADS158753:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1997:AC0718, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 09‑01‑1997
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5 onder 1
Essentie
Art. 5 sub 1 EEX. Plaats waar werknemer zijn arbeid gewoonlijk verricht.
Samenvatting
In het geval van een arbeidsovereenkomst waarvan de uitvoering meebrengt dat de werknemer zijn arbeid in meer dan één verdragsluitende staat verricht, is de plaats waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht de plaats waar de werknemer het werkelijke centrum van zijn beroepswerkzaamheden heeft gevestigd. Voor het vaststellen van deze plaats in het concrete geval moet rekening worden gehouden met de omstandigheid, dat de werknemer het grootste deel van zijn arbeidstijd doorbrengt in één van de verdragsluitende staten, waar hij een kantoor heeft vanwaaruit hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.