NJ 1999, 792
27 sub 2 EEX / onbevoegde procesvertegenwoordiging / begrip verweerder tegen wie verstek werd verleend
HvJ EG 10-10-1996, ECLI:EU:C:1996:380, m.nt. P. Vlas (Hendrikman)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 oktober 1996
- Magistraten
Moitinho de Almeida, Gulmann, Edward, Jann, Wathelet
- Zaaknummer
C-78/95
- Conclusie
A-G Jacobs
- Noot
P. Vlas
- LJN
AC1650
- Roepnaam
Hendrikman
- JCDI
JCDI:ADS115874:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1996:380, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑10‑1996
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 27 onder 2
Essentie
Art. 27 sub 2 EEX. Onbevoegde procesvertegenwoordiging. Begrip verweerder tegen wie verstek werd verleend.
Samenvatting
Art. 27 sub 2 EEX is van toepassing op beslissingen die zijn gegeven tegen een verweerder aan wie het stuk dat het geding heeft ingeleid niet regelmatig en tijdig is betekend of meegedeeld en die niet rechtsgeldig in het geding vertegenwoordigd is geweest, terwijl ingevolge de verschijning van een vermeende vertegenwoordiger van de verweerder voor de rechter van herkomst, de beslissingen niet bij verstek zijn gegeven.1
Partij(en)
B. Hendrikman,
M. Feyen,
tegen
Magenta Druck & Verlag GmbH.