NJ 1997, 506
Lozingen cadmium / Uitlegging richtlijnen Raad 76/464/EEG en 83/513/EEG / rechtstreekse werking / mogelijkheid zich tegenover particulier op richtlijn te beroepen
HvJ EG 26-09-1996, ECLI:EU:C:1996:363
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 september 1996
- Magistraten
Kakouris, Kapteyn, Ragnemalm
- Zaaknummer
C-168/95
- Conclusie
A-G Elmer
- LJN
AD2618
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1996:363, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑09‑1996
- Wetingang
Essentie
Lozingen van cadmium. Uitlegging van richtlijnen 76/464/EEG en 83/513/EEG van de Raad. Rechtstreekse werking. Mogelijkheid om zich tegenover particulier op richtlijn te beroepen.
Samenvatting
1
Art. 3 van richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd, moet aldus worden uitgelegd, dat het voor iedere lozing van cadmium, ongeacht de datum waarop het bedrijf waarvan zij afkomstig is, in werking is gesteld, een voorafgaande vergunning vereist.
2
Wanneer een Lid-Staat richtlijn 76/464, en dus art. 3 ervan, en richtlijn 83/513/EEG van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.