AB 1996, 432
HvJ EG, 02-05-1996, nr. C-206/94
HvJ EG 02-05-1996, ECLI:EU:C:1996:182, m.nt. F.J.L. Pennings
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
2 mei 1996
- Magistraten
Rodriguez Iglesias, Hirsch, Moitinho de Almeida, Jann, Kakouris, Mancini, Kapteyn, Ragnemalm, Wathelet, Puissochet, Schockweiler, Murray, Sevón
- Zaaknummer
C-206/94
- Noot
F.J.L. Pennings
- LJN
ZB6429
- JCDI
JCDI:ADS866198:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1996:182, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 02‑05‑1996
- Wetingang
Verordening (EEG) 574/72 art. 18
Essentie
Bewijslast bij loondoorbetaling bij ziekte.
Samenvatting
De Duitse benadering, volgens welke het aan de werknemer staat nader bewijs te leveren van het bestaan van de door een medische verklaring geattesteerde arbeidsongeschiktheid, wanneer de werkgever omstandigheden aanvoert en bewijst die ernstige twijfel aan de gestelde arbeidsongeschiktheid doen rijzen, is niet verenigbaar met de doelstellingen van art. 15 Vo. 574/72.
Partij(en)
Brennet AG,
tegen
V. Paletta.
Uitspraak
Arrest
1
Bij beschikking van 27 april 1994, ingekomen bij het Hof op 14 juli daaraanvolgend, heeft het Bundesarbeitsgericht krachtens art. 177 EG-Verdrag drie prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van art. 22 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.