NJ 1997, 242
47 sub 1 EEX / bewijs van betekening vonnis waarop verlof tot tenuitvoerlegging wordt verzocht; tijdstip waarop nog bescheiden kunnen worden overgelegd
HvJ EG 14-03-1996, ECLI:EU:C:1996:101
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 maart 1996
- Magistraten
Edward, Puissochet, Moitinho de Almeida, Gulmann, Jann
- Zaaknummer
C-275/94
- Conclusie
A-G Fennelly
- LJN
AC3499
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1996:101, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑03‑1996
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 33 lid 3; EEX-Verdrag art. 47 onder 1
Essentie
Art. 47 sub 1 EEX. Bewijs van betekening van vonnis waarop verlof tot tenuitvoerlegging wordt verzocht; tijdstip waarop nog bescheiden kunnen worden overgelegd.
Samenvatting
Wanneer de nationale procedurevoorschriften zulks mogelijk maken, kan het bewijs van de betekening van het vonnis worden geleverd na de indiening van het verzoek, met name in de loop van de naderhand door de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, ingeleide verzetprocedure, mits deze over een redelijke termijn beschikt om vrijwillig aan het vonnis te voldoen en de partij die om tenuitvoerlegging verzoekt, de kosten van alle onnodige procedurehandelingen draagt.
Partij(en)
R. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.