AB 1996, 92
HvJ EG, 14-12-1995, nr. C-430/93, nr. C-431/93: Van Schijndel
HvJ EG 14-12-1995, ECLI:NL:XX:1995:AD4743, m.nt. F.H. van der Burg (Van Schijndel)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 1995
- Magistraten
Rodrigues Iglesias, Kakouris, Edward, Puissochet, Hirsch, Mancini, Schockweiler, Moitinho de Almeida, Kapteyn, Gulmann, Murray, Jann, Ragnemalm, Jacobs
- Zaaknummer
C-430/93
C-431/93
- Noot
F.H. van der Burg
- LJN
AD4743
- Roepnaam
Van Schijndel
- JCDI
JCDI:ADS866235:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1995:AD4743, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Ambtshalve toepassing van gemeenschapsrecht door de burgerlijke rechter; geen gemeenschapsrechtelijke verplichting de passende lijdelijkheid te verzaken door buiten de rechtsstrijd van partijen te treden.
Samenvatting
Indien de rechter ingevolge het nationale recht verplicht is, ambtshalve de aan een interne regel van dwingende aard ontleende rechtsgronden in het geding te brengen, die niet door partijen zijn aangevoerd, geldt diezelfde verplichting wanneer het dwingende regels van gemeenschapsrecht betreft. Hetzelfde geldt indien het nationale recht de rechter niet de verplichting, maar de mogelijkheid geeft de dwingende rechtsregels ambtshalve toe te passen.
Het beginsel van nationaal recht dat de rechter in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.