NJ 1997, 115
Bevoegdheid nationale rechter om ambtshalve de verenigbaarheid nationaal recht met gemeenschapsrecht te beoordelen
HvJ EG 14-12-1995, ECLI:EU:C:1995:437
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 1995
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Kakouris, Edward, Puissochet, Hirsch, Mancini, Schockweiler, Moitinho de Almeida, Kapteyn, Gulmann, Murray, Jann, Ragnemalm, Jacobs
- Zaaknummer
C-312/93
- LJN
AC3938
- JCDI
JCDI:ADS64557:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1995:437, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Bevoegdheid van de nationale rechter om ambtshalve de verenigbaarheid van het nationale recht met het gemeenschapsrecht te beoordelen.
Samenvatting
Het gemeenschapsrecht verzet zich tegen de toepassing van een nationale procesregel die, in omstandigheden als die van de in het hoofdgeding bedoelde procedure, de in het kader van zijn bevoegdheid geadieerde nationale rechter verbiedt ambtshalve de verenigbaarheid te onderzoeken van een handeling van nationaal recht met een gemeenschapsbepaling, wanneer niet binnen een bepaalde termijn door de justitiabele een beroep op laatstbedoelde bepaling is gedaan. 1
Partij(en)
Peterbroeck, Van Campenhout & Cie. GCV,
tegen
Belgische Staat.
Uitspraak
Arrest
1
Bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.