NJ 1997, 35
Kapitaalverkeer / derde land / nationale vergunning voor uitvoer bankbiljetten
HvJ EG 14-12-1995, ECLI:EU:C:1995:451
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 1995
- Magistraten
Rodríquez Iglesias, Kakouris, Hirsch, Mancini, Schockweiler, Kapteyn, Gulmann, Murray, Jann, Ragnemalm, Sévon, Tesauro
- Zaaknummer
C-163/94
C-165/94
C-250/94
- LJN
AC3936
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1995:451, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑1995
- Wetingang
EG-Verdrag art. 73B; EG-Verdrag art. 73C lid 1; EG-Verdrag art. 73D lid 1 onder b
Essentie
Kapitaalverkeer. Derde land. Nationale vergunning voor uitvoer van bankbiljetten.
Samenvatting
1
De art. 73B lid 1 en 73D lid 1 sub b EG-Verdrag verzetten zich tegen een nationale regeling die voor de uitvoer van geldstukken, bankbiljetten of cheques aan toonder in de regel een voorafgaande vergunning vereist, maar staan daarentegen niet eraan in de weg, dat voor een dergelijke verrichting een voorafgaande aangifte wordt vereist. Een dergelijke regeling valt niet onder art. 73C lid 1 van het verdrag.
2
De bepalingen van art. 73B lid 1 jis. de art. 73C en 73D lid 1 sub b van het verdrag kunnen voor de nationale rechter worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.