NJ 1997, 52
5 sub 3 EEX / plaats waar schadebrengende feit zich heeft voorgedaan
HvJ EG 19-09-1995, ECLI:EU:C:1995:289, m.nt. Th.M. de Boer (Marinari)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
19 september 1995
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Schockweiler, Kapteyn, Jann, Mancini, Kakouris, Moitinho de Almeida, Puissochet, Hirsch, Ragnemalm, Sevón, Darmon, Léger
- Zaaknummer
C-364/93
- Noot
Th.M. de Boer
- LJN
AD2390
- Roepnaam
Marinari
- JCDI
JCDI:ADS64629:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1995:289, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 19‑09‑1995
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5 onder 3
Essentie
Art. 5 sub 3 EEX. Plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan.
Samenvatting
Het begrip ‘plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan’ ziet niet op de plaats waar de gelaedeerde stelt vermogensschade te hebben geleden als gevolg van een door hem geleden, in een andere verdragsluitende staat ingetreden aanvankelijke schade. 1
Partij(en)
A. Marinari,
tegen
Lloyd's Bank plc,
en Zubaidi Trading Company.
Voorgaande uitspraak
Hof van Justitie EG:
Arrest
1
Bij beschikking van 21 januari 1993, ingekomen bij het Hof op 26 juli daaraanvolgend, heeft de Corte suprema di cassazione krachtens het Protocol van 3 juni ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.