RSV 1994/211
HvJ EG, 27-10-1993, nr. C-338/91
HvJ EG 27-10-1993, ECLI:EU:C:1993:857, m.nt. F.W.M. Keunen
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
27 oktober 1993
- Magistraten
Steenhorst-Neerings, Darmon
- Zaaknummer
C-338/91
- Noot
F.W.M. Keunen
- LJN
AL0193
- JCDI
JCDI:ADS72274:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1993:857, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑10‑1993
- Wetingang
EG-Verdrag art. 189; EG-Richtlijn nr. 79/7 art. 4 lid 1; AAW art. 25 lid 2; AAW art. 32 lid 1 onder b
Essentie
Toepassing van nationale aanvraagtermijn bij rechtstreeks beroep van een particulier op de EEG-richtlijn 79/7 — geen strijd met gemeenschapsrecht — verschil beroepstermijn en aanvraagtermijn — betekenis arrest Ermott — implementatieverplichting
Samenvatting
— Het gemeenschapsrecht verzet zich niet tegen de toepassing van een bepaling van nationaal recht, volgens welke een arbeidsongeschiktheidsuitkering niet vroeger dan een jaar vóór de datum van aanvraag kan ingaan, wanneer een particulier zich beroept op de rechten die met ingang van 23–12-'84 rechtstreeks worden toegekend door art. 4, lid 1, van richtlijn 79/7/EEG en de betrokken Lid-Staat deze bepaling op de datum van aanvraag nog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.