RSV 1991/227
HvJ EG, 11-07-1991, nr. C87/90, nr. C88/90, nr. C89/90
HvJ EG 11-07-1991, ECLI:EU:C:1991:314, m.nt. S. Feenstra
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 juli 1991
- Magistraten
Darmon
- Zaaknummer
C87/90
C88/90
C89/90
- Noot
S. Feenstra
- LJN
ZB5516
- JCDI
JCDI:ADS872411:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1991:314, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑07‑1991
- Wetingang
EG-Richtlijn nr. 79/7 art. 2; EG-Richtlijn nr. 79/7 art. 3; EG-Richtlijn nr. 79/7 art. 4 lid 1; AOW art. 6; AOW art. 13; BUB 1976 art. 2 lid 1
Essentie
Personele en temporele werkingssfeer derde richtlijn
Richtlijnconforme interpretatie
Samenvatting
De nationale rechter kan en mag ambtshalve nagaan of een nationale wettelijke regeling in overeenstemming is met de nauwkeurige en onvoorwaardelijke bepalingen van een richtlijn waarvan de omzettingstermijn is verstreken, ook indien de justitiabele hierop geen beroep heeft gedaan. Hij kan echter, wanneer de richtlijn nauwkeurig aangeeft op welke (groep van) personen deze van toepassing is, de personele werkingssfeer ervan niet uitbreiden op grond van het feit dat zij zijn onderworpen aan een nationale wettelijke regeling die wel onder de materiele werkingssfeer van de richtlijn valt.
Een justitiabele, die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.