NJ 1993, 622
Bevoegdheid Hof / toepasselijkheid gemeenschapsrechtelijke bepalingen inz. vrij verkeer en verblijfsrecht werknemers en familie in verhouding tot zuiver interne situatie in een Lid-Staat
HvJ EG 18-10-1990, ECLI:EU:C:1990:360
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
18 oktober 1990
- Magistraten
Due, Mancini, O’ Higgins, Moitinho de Almeida, Rodríguez Iglesias, Schockweiler, Grévisse, Darmon
- Zaaknummer
297/88
197/89
- LJN
AD1256
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal publiekrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1990:360, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18‑10‑1990
- Wetingang
Essentie
Bevoegdheid van het Hof. Toepasselijkheid van de gemeenschapsrechtelijke bepalingen inzake het vrij verkeer en het verblijfsrecht van werknemers en hun familie in verhouding tot de zuiver interne situatie in een lidstaat.
Samenvatting
1
Uit de tekst van art. 177 noch uit het doel van de bij dit artikel ingestelde procedure blijkt, dat de auteurs van het EEG-Verdrag de bevoegdheid van het Hof om bij wege van prejudiciële beslissing uitspraak te doen over een bepaling van gemeenschapsrecht hebben willen uitsluiten, in het bijzondere geval dat het nationale recht van een lidstaat naar de inhoud van die bepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.