NJ 1987, 478
HvJ EG, 10-07-1986, nr. 198/85
HvJ EG 10-07-1986, ECLI:EU:C:1986:313, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
10 juli 1986
- Magistraten
Everling, Galmot, Schockweiler, Moitinho De Almeida
- Zaaknummer
198/85
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AC1527
- JCDI
JCDI:ADS144260:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1986:313, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 10‑07‑1986
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 33
Essentie
EEG-Executieverdrag. De verplichte woonplaatskeuze in de aangezochte Staat.
Samenvatting
1. Art. 33 tweede alinea Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd, dat de aldaar voorgeschreven woonplaatskeuze dient te geschieden overeenkomstig de vereisten van de wet van de aangezochte Staat en, indien deze wet zwijgt over het tijdstip waarop die formaliteit moet worden vervuld, uiterlijk bij de betekening van de beslissing houdende verlof tot tenuitvoerlegging.
2. Wanneer niet is voldaan aan de vereisten inzake de woonplaatskeuze, worden de gevolgen daarvan krachtens art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.