HvJ EG, 03-10-1985, nr. 119/84

Documentgegevens:

HvJ EG 03-10-1985, ECLI:EU:C:1985:388, m.nt. J.C. Schultsz

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
Datum: 3 oktober 1985
Magistraten: Bosco, Pescatore, Koopmans, Bahlmann, O’ Higgins
Zaaknummer: 119/84
Noot: J.C. Schultsz
LJN: AB8516
JCDI: JCDI:ADS64346:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:EU:C:1985:388, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 03‑10‑1985
Wetingang: EEX-Verdrag art. 36; EEX-Verdrag art. 39

Essentie

EEG-Executieverdrag. Bewarende maatregelen jegens de partij tegen wie tenuitvoerlegging van een vonnis is gevraagd.

Samenvatting

1. Ingevolge art. 39 Executieverdrag kan de partij die verlof tot tenuitvoerlegging heeft gevraagd en verkregen, gedurende de in dat artikel genoemde periode direct overgaan tot het nemen van bewarende maatregelen ten aanzien van de goederen van de partij tegen wie de tenuitvoerlegging is gevraagd, zonder dat hij daarvoor een bijzonder verlof nodig heeft.

2. De partij die verlof tot tenuitvoerlegging heeft verkregen, kan de in art. 39 bedoelde bewarende maatregelen nemen tot het einde van de in art. 36 genoemde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.