NJ 1984, 695
HvJ EG, 15-11-1983, nr. 288/82
HvJ EG 15-11-1983, ECLI:NL:XX:1983:AC7764, m.nt. L. Wichers Hoeth, J.C. Schultsz
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
15 november 1983
- Magistraten
Mertens de Wilmars, Koopmans, Bahlman, O’ Keeffe, Bosco, Rozes
- Zaaknummer
288/82
- Conclusie
A-G Rozès
- Noot
L. Wichers Hoeth, J.C. Schultsz
- LJN
AC7764
- JCDI
JCDI:ADS144245:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1983:AC7764, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 15‑11‑1983
- Wetingang
Essentie
EEG-Executieverdrag. Rechtsmacht van de nationale rechter. Ambtshalve cassatie.
Samenvatting
1
Art. 19 Executieverdrag legt de nationale rechter de verplichting op om zich ambtshalve onbevoegd te verklaren, zodra hij vaststelt dat een gerecht van een andere verdragsluitende Staat bij uitsluiting bevoegd is in de zin van art. 16 Executieverdrag, zelfs wanneer een nationale regel van procesrecht het onderzoek van de rechter in het kader van een cassatieberoep beperkt tot de door pp. aangevoerde middelen.
2
Het begrip geschil ‘ten aanzien van de registratie of de geldigheid van octrooien’ als bedoeld in art. 16 sub 4, moet worden opgevat als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.