NJ 1979, 336
HvJ EG, 23-05-1978, nr. 102/77
HvJ EG 23-05-1978, ECLI:EU:C:1978:108, m.nt. L. Wichers Hoeth
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 mei 1978
- Magistraten
Kutscher, Sorensen, Bosco, Mertens De Wilmars, Mackenzie Stuart, O’ Keeffe, Touffait
- Zaaknummer
102/77
- Noot
L. Wichers Hoeth
- LJN
AC6265
- JCDI
JCDI:ADS144282:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1978:108, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑05‑1978
- Wetingang
Essentie
1. Merkrecht en handelsbeperking.
2. Uitoefening van merkrecht en misbruik van machtspositie.
Samenvatting
1. a. Het is in de zin van art. 36, eerste volzin, Verdrag gerechtvaardigd wanneer de merkgerechtigde, die in twee Staten gelijktijdig bescherming geniet, er tegen opkomt dat een produkt waarop in een dier Staten het merk rechtmatig werd aangebracht, op de markt van de andere Lid-Staat wordt gebracht, nadat het produkt is omgepakt en het merk door een derde op de nieuwe verpakking is aangebracht.
b. Zulks is niettemin als een verkapte beperking van de handel tussen de Lid-Staten in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.