NJ 1977, 447
HvJ EG, 14-12-1976, nr. 25/76
HvJ EG 14-12-1976, ECLI:EU:C:1976:178, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 1976
- Magistraten
Kutscher, Donner, Pescatore, Mertens De Wilmars, Sorensen, Mackenzie Stuart, O’ Keeffe
- Zaaknummer
25/76
- Conclusie
A-G Capotorti
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AD4018
- JCDI
JCDI:ADS144232:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1976:178, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑1976
- Wetingang
EEX-Verdrag 1968 art. 17
Essentie
EEG-Executieverdrag 1968. Aanwijzing bevoegde rechter. Vormvereisten.
Samenvatting
1
Bij de uitlegging van de toepassingsvoorwaarden van art. 17 EEG-Executieverdrag moet in aanmerking worden genomen dat bij aanwijzing van een bevoegde rechter zowel de bevoegdheid op grond van het algemene beginsel van art. 2 als de bijzondere bevoegdheden van de artt. 5 en 6 Verdrag worden uitgesloten. Gelet op de eventuele gevolgen van een dergelijke aanwijzing voor de procespositie van de pp., moeten de in art. 17 gestelde voorwaarden voor de rechtsgeldigheid van clausules tot aanwijzing van een bevoegde rechter strikt worden uitgelegd.
Art. 17 verlangt voor de rechtsgeldigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.