NJ 1977, 446
HvJ EG, 14-12-1976, nr. 24/76
HvJ EG 14-12-1976, ECLI:EU:C:1976:177, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
14 december 1976
- Magistraten
Kutscher, Donner, Pescatore, Mertens De Wilmars, Sorensen, Mackenzie Stuart, O’ Keeffe
- Zaaknummer
24/76
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AD4017
- JCDI
JCDI:ADS144270:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1976:177, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 14‑12‑1976
- Wetingang
EEX-Verdrag 1968 art. 17
Essentie
EEG-Executieverdrag 1968. Aanwijzing bevoegde rechter. Vormvereisten.
Samenvatting
1
Bij de uitlegging van de toepassingsvoorwaarden voor art. 17 Executieverdrag moet in aanmerking worden genomen dat bij aanwijzing van een bevoegde rechter zowel de bevoegdheid op grond van het algemene beginsel van art. 2 als de bijzondere bevoegdheden van de artt. 5 en 6 Verdrag worden uitgesloten. De in art. 17 gestelde voorwaarden moeten voor de rechtsgeldigheid van clausules tot aanwijzing van een bevoegde rechter strikt worden uitgelegd.
Art. 17 verlangt een ‘overeenkomst’ tussen partijen en verplicht aldus de aangezochte rechter in de eerste plaats te onderzoeken of de clausule welke hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.