Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 4.23
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 545 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34553)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Als accijnsgoederenplaats kan in aanmerking komen een plaats waar:
- a.
accijnsgoederen worden vervaardigd of verwerkt;
- b.
geen accijnsgoederen worden vervaardigd of verwerkt maar die dient voor de opslag van accijnsgoederen, indien de hoeveelheid accijnsgoederen die gemiddeld over een jaar voorhanden is meer bedraagt dan een bij regeling van Onze Minister van Financiën per soort accijnsgoed vast te stellen hoeveelheid.
2.
Een plaats van waaruit accijnsgoederen worden geleverd aan een verbruiker kan niet in aanmerking komen als accijnsgoederenplaats.
3.
In bij regeling van Onze Minister van Financiën aan te wijzen gevallen kunnen plaatsen in afwijking van het bepaalde in het eerste en in het tweede lid in aanmerking komen als accijnsgoederenplaats.