Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 635a
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 529 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Indien de officier van justitie overeenkomstig artikel 503b een schikking met de verdachte of veroordeelde aangaat, bepaalt hij de termijn waarbinnen aan de termen van die schikking moet worden voldaan.Tot dat tijdstip is de termijn waarbinnen ingevolge artikel 503a, eerste lid, een vordering aanhangig moet zijn gemaakt geschorst. Door voldoening aan die termen vervalt het recht tot indiening van de vordering of is, indien die vordering reeds is ingediend, de zaak van rechtswege geëindigd.
2.
Wanneer na voldoening aan die termen, bedoeld in het eerste lid, blijkt van omstandigheden die de toepasselijkheid van de maatregel bedoeld in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht BES zouden hebben uitgesloten, kan de gewezen verdachte of veroordeelde de officier van justitie verzoeken om teruggave van betaalde geldbedragen of overgedragen voorwerpen.
3.
Binnen veertien dagen nadat de gewezen verdachte of veroordeelde kennis heeft gekregen van de beslissing op een overeenkomstig het tweede lid gedaan verzoek, kan hij schriftelijk beklag doen bij het gerecht waarbij de officier van justitie is geplaatst.
4.
Het beklag kan ook worden gedaan wanneer dertig dagen zijn verstreken sedert de indiening van het verzoek en inmiddels daarop niet is beslist.
5.
Acht het gerecht het beklag gegrond, dan beveelt het de teruggave van betaalde geldbedragen of overgedragen voorwerpen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.