RFR 2007, 104
Huwelijksvermogensrecht. Bewijslast bij verzwijgen van tot gemeenschap behorende goederen.
Rb. Haarlem 22-05-2007, ECLI:NL:RBHAA:2007:BA5466
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
22 mei 2007
- Magistraten
Mr. A. Stefels
- Zaaknummer
128834/2006-3367
122065/2006-749
- LJN
BA5466
- JCDI
JCDI:ADS871489:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBHAA:2007:BA5466, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 22‑05‑2007
- Wetingang
BW art. 3:194
Essentie
Is niet gespecificeerd bewijsaanbod voldoende om aannemelijk te maken dat een deelgenoot niet opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd geweest in gemeenschap van goederen. Bij eerdere beschikking is de echtscheiding uitgesproken en is de procedure met betrekking tot de verdeling van de gemeenschap van goederen aangehouden. De rechtbank hanteert als peildatum voor de waardering van de gemeenschap de datum van de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. Partijen verschillen van mening over de vraag of het saldo van de en/of spaarrekening en de op naam van de vrouw ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.