NJB 2021/3030
Schuldsanering. Vlak voordat de schuldenaar wordt toegelaten tot de schuldsanering, ontvangt zij een bedrag aan inkomen. Valt dit in de boedel of behoort het te worden vrijgelaten? Hoge Raad: 1. Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Nu de verzoeker tot cassatie kennelijk een beroep doet op de doorbrekingsgrond dat de rechtbank art. 317 Fw ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten, is hij in zoverre ontvankelijk in zijn cassatieberoep. De klacht slaagt. De omstandigheid dat de rechter-commissaris al twee keer eerder een beslissing heeft genomen over het beginsaldo, doet niet af aan de mogelijkheid om op de voet van art. 317 Fw de rechter-commissaris te verzoeken een nieuwe beschikking daarover te geven. 2. Beginsaldo. De bewindvoerder kan bepalen dat de schuldenaar een deel van de bij aanvang van de schuldsanering tot de boedel behorende financiële middelen niet hoeft af te dragen, voor zover dat noodzakelijk kan worden geacht om, zo lang de schuldenaar nog niet beschikt over het eerste vrij te laten bedrag, de kosten van levensonderhoud en vaste lasten te voldoen. Bij verschil van inzicht hierover kan de schuldenaar verzoeken om een beslissing van de rechter-commissaris.
HR 12-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1670
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/04280
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1670, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:809, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:207, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Vlak voordat de schuldenaar wordt toegelaten tot de schuldsanering, ontvangt zij een bedrag aan inkomen. Valt dit in de boedel of behoort het te worden vrijgelaten? Hoge Raad: 1. Rechtsmiddelenverbod. Doorbreking. Nu de verzoeker tot cassatie kennelijk een beroep doet op de doorbrekingsgrond dat de rechtbank art. 317 Fw ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten, is hij in zoverre ontvankelijk in zijn cassatieberoep. De klacht slaagt. De omstandigheid dat de rechter-commissaris al twee keer eerder een beslissing heeft genomen over het beginsaldo, doet niet af aan de mogelijkheid om op de voet van art. 317 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.