NJF 2003, 15
Faillissementsrecht. Naast de controlerende taken die voortvloeien uit de Faillissementswet komt de individuele schuldeisers geen rechtsvordering met betrekking tot het beheer van de boedel toe, die hen een rechtstreeks belang bij openlegging van de boeken zou kunnen opleveren.
Rb. Amsterdam (vzr.) 07-08-2003, ECLI:NL:RBAMS:2003:AL2132
- Instantie
Rechtbank Amsterdam (Voorzieningenrechter)
- Datum
7 augustus 2003
- Magistraten
mr. R. Orobio de Castro
- Zaaknummer
KG03/1414ODC
- LJN
AL2132
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2003:AL2132, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam (Voorzieningenrechter), 07‑08‑2003
- Wetingang
BW art. 3:15j; BW (oud) art. 3:15b
Essentie
Faillissementsrecht. Naast de controlerende taken die voortvloeien uit de Faillissementswet komt de individuele schuldeisers geen rechtsvordering met betrekking tot het beheer van de boedel toe, die hen een rechtstreeks belang bij openlegging van de boeken zou kunnen opleveren. Vergelijkbare redenering met betrekking tot door de curator namens alle schuldeisers te entameren acties.
Partij(en)
- 1.
HFTP Investment L.L.C., te New York, Verenigde Staten,
- 2.
Gaia Offshore Master Fund, Ltd., op de Kaaiman Eilanden,
- 3.
Caerus Fund, Ltd., op de Kaaiman Eilanden, eiseressen, proc. mr. H.W. Vogels,
tegen
- 1.
Mr. R.J. Graaf Schimmelpenninck,
- 2.
Mr. M.Ph. van Sint Truiden, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.